Onlangs deden we voor het eerst data-onderzoek naar de Tweede Kamer. Geen grootschalige bulkanalyse op een enorme dataset, maar gestructureerd en traditioneel journalistiek graafwerk. De leidraad: wat is de achtergrond van parlementariërs, welke bagage hebben zij op zak en hoe belandden zij in de Kamer?
We raadpleegden een bak aan bronnen; websites van overheden, politieke partijen, politici en onderzoekers, sociale media, kennissen uit bedrijfs- en overheidsleven, loonwijzers, historische gegevens uit vacaturebanken, nevenfunctieregisters en zo verder.
Deze droge data wilden we omtoveren tot een interessante beschrijving van het professionele pad dat deze politici bewandelden voordat ze als Kamerlid werden geïnstalleerd. We wilden die informatie daarbij zo overzichtelijk mogelijk presenteren. ‘Hoe ziet de lichting er in zijn geheel uit?’, in plaats van ‘Welk poppetje komt waar vandaan?’
Gelukkig vonden we een aantal interessante patronen. De meeste Kamerleden bevinden zich al jaren in politieke kringen, maar niet altijd op de meest prominente plek. Zo is de lokale politiek de meest voorkomende werkomgeving van de 60 nieuwe Kamerleden geweest. Er komen weinig politici uit (de top van) het bedrijfsleven. En nieuwe Kamerleden zijn relatief jong. Bovendien gaat bijna elk
Kamerlid er in inkomen op vooruit zodra ze hun oude werk achter zich laten.
|